vrijdag 17 april 2015

Eindappreciatie over het 7e WereldWaterForum

Wat nemen we mee als positief uit Zuid-Korea?
De locatie in Daegu
Het recht op drinkwater en sanitatie is definitief verworven.  In geen enkele sessie werd dit nog in vraag gesteld.  Net zoals in de Ministeriële Verklaring (15/4) vinden we dit ook terug in de Verklaring van de aanwezige Parlementariërs (17/4): “Wij engageren ons om alle oplossingen en vragen te steunen die de realisatie van het recht op water en sanitatie vooruit helpen, en om waterbeheer te verbeteren”.
Het thema sanitatie staat stevig op het menu voor de komende jaren.  Het is bij ieder doorgedrongen dat de achterstand in de MDG 7C wat betreft sanering onaanvaardbaar is, en alle stakeholders zijn doordrongen dat er een tandje moet bijgestoken worden.  En niet alleen op de klassieke manier: de ideeën van herwinnen van nutriënten en hergebruik van water staan stevig op de agenda (de groene circulaire economie).

Iedereen in de watersector maakt nu reeds prominent de verbinding met SDG 6, het Duurzame Ontwikkelingsdoel rond water met zijn 6 subdoelstellingen.  De sector is duidelijk mee met de nieuwe agenda van duurzame ontwikkeling die internationale agenda in de komende 15 jaar gaat bepalen.
Een primeur in de slotceremonie vandaag was, dat het organiserend comité een “Implementatie logboek” zal bijhouden van de verwezenlijkingen in de komende 3 jaar (tot aan het volgende WWF) binnen de 16 thema’s die besproken zijn in dit forum.  Dit ziet men als complementair aan de indicatoren die door de VN aan de subdoelstellingen van SDG 6 zullen opgehangen worden.

Ook de klimaattop einde dit jaar in Parijs, zit in de meeste hoofden als uiterst belangrijk gegrift.
Wat kon beter?                                                                    
Het 7e WereldWaterForum ging door in Daegu en Gyeongbuk, 2 steden op ongeveer 70 km van elkaar.  En daarmee maakte de organisatie meteen een cruciale fout. Als er één zaak is waarmee het WereldWaterForum in het verleden zijn geloofwaardigheid heeft opgebouwd, dan is het net die multi-partijen betrokkenheid en overleg.  Dit is er in Zuid-Korea nauwelijks geweest! 

In Gyeongbuk was nauwelijks volk, buiten de jongeren dan. De deelnemers in Daegu (waar het meeste volk aanwezig was) zaten ook verspreid over tientallen kleine hotels soms op een uur van de EXCO.  Het gevolg was dat er ’s avonds ook quasi geen interactie was in een restaurant, of tussen pot en pint. Jammer, want netwerking is net zo belangrijk na de dagsessies.
De watersector heeft zich opnieuw weten te profileren, maar silo-werking dreigt zowel extern als intern.  Nu al wordt de sector verweten te weinig rekening te houden dat water een transversaal element is.  En de organisatie creëerde nu ook nog interne silo-werking. Er waren te veel thema’s en overdadig veel sessies met als gevolg te weinig deelnemers doordat iedereen verspreid zat in zijn/haar sessie.  Er was nauwelijks interactie tussen de 5 hoofdprocessen. (politiek, regionaal, thematisch, wetenschap & technologie, burgerinitiatieven). Dit moet beter.
Toch willen we met enkele positieve noten afsluiten.

Het blijft bewonderenswaardig hoe participatief de voorbereidingen van alle processen en thema’s opnieuw waren opgezet.  Wie beweert niet te hebben kunnen bijdragen, heeft dit enkel aan zichzelf te wijten.
Ook een dankwoord aan het logistiek talent van de Koreanenf.  Op quasi elke straathoek waren er jongeren die je hulpvaardig en vriendelijk de weg wezen waar je een bus kon nemen van je hotel naar één van de locaties of je konden bijstaan met je vragen.  Iedere deelnemer kon ook gratis gebruik maken van het openbaar vervoer. Alle sessies startten perfect op tijd  en eindigden precies op tijd. In de locaties zelf waren ook honderden personen hulpvaardig om je wegwijs te maken. 

Op naar het volgende WereldWaterForum in 2018 in Brazilië: hopelijk alles op 1 locatie! En met minder sessies en meer interactie.
Een deel van de tentoontstellingsruimte van de waterindustrie

donderdag 16 april 2015

Geïntegreerde sanitatie voor allen: eindconclusies

Deze morgen volgde ik de slotzitting waarin de 5 werkgroepen van dit thema hun bevindingen presenteerden. (deze morgen gingen heel wat slotzittingen van thematische werkgroepen door, maar je moet nu eenmaal er één uitkiezen)

Hierbij kijkt men duidelijk verder dan het toilet of latrine: de gehele sanitatieketen wordt bekeken voor zowel landelijk als stedelijk gebied. Er moeten duurzame totaaloplossingen komen voor 2 ketens  die even belangrijk zijn. De ene keten is die latrines met sterfput of septische tanks die op geregelde tijdstippen geledigd moeten worden en de fecaliën moeten veilig getransporteerd en verwerkt worden. De andere keten is het doorgespoeld toilet (WC zoals wij kennen) waarvan het afvalwater moet gecollecteerd en gezuiverd worden.  De uitdagingen zijn gigantisch: wereldwijd wordt 90% van het afvalwater ongezuiverd geloosd.

Echter, gelukkig maar, bekijkt men “used water” ook meer en meer als “useful water”; m.a.w. afvalwater is niet een vervelende afvalstroom die men kwijt moet, maar een rijke bron aan grondstoffen.  Afvalwater bevat enorm veel nutriënten die in de toekomst moeten gerecupereerd worden (i.p.v. ze af te breken, hetgeen nu de gangbare praktijk is) en het water zelf dient gerecycleerd en hergebruikt.  Het denken in functie van de circulaire economie heeft hier duidelijk zijn plaats gevonden.

Toch staan we hier nog veel enorme uitdagingen.  Wat is de aanvaarding van zo’n denken bij de bevolking?  Bent u bereid van groenten te eten die geïrrigeerd zijn met afvalwater?  Of drinkwater te drinken dat uit afvalwater is geproduceerd? De kennis en capaciteit liggen nog zeer laag.  Er zijn hoge financiële noden die onvoldoende ingevuld zijn.  De rollen en verantwoordelijkheden zijn niet duidelijk.  Er is een onaangepaste wetgeving.

Verder moet de watersector bruggen kunnen leggen met andere functies.  Wil je bvb aan geïntegreerde sanitatie werken, dan moet er veel meer samengewerkt worden met stadsplanners en (beleids)mensen bezig met ruimtelijke ordening.  Eén van de teamleiders gaf ootmoedig toe dat ze er niet geslaagd waren een stadsplanner in hun werkgroep op te nemen, hetgeen eigenlijk een noodzaak is. Nog een voorbeeld dat de watersector de neiging heeft om te veel in hun eigen silo te denken en te werken.
Maar ook intern in dit forum is er teveel silowerking. 
Binnen het wetenschap & techniek proces waren er ook werkgroepen rond hetzelfde thema “ Herwinnen van grondstoffen uit water- en afvalwatersystemen”.  Eergisteren lanceerde in één van deze sessies prof. Willy Verstraeten van UGent een revolutionaire idee.  De zeer nuttige en in grote hoeveelheden aanwezige stikstof in het afvalwater kan via een relatief eenvoudig proces grondstof zijn van eencellige eiwitproductie (wat de druk die bvb de soyaproductie op het milieu en grondgebruik legt zou reduceren).  Maar ook hier botsen we op de aanvaardbaarheid. Bent u bereid eiwitten te eten afkomstig van afvalwater? De industrie en de wetenschap schuiven de taak tot bewust maken en educatie graag door naar de ngo’s.

Mijn punt was: waarom werden de eindconclusies van de thematische werkgroep “geïntegreerde sanitatie voor allen” niet samen gebracht met deze van de wetenschappelijke werkgroep?  Dan zou dialoog en interactie ontstaan.
Wat in deze werkgroep enorm opviel was de zeer geringe aanwezigheid van deelnemers uit ontwikkelingslanden.

Een nieuwe lichting jonge enthousiaste en actieve water-ambassadeurs

De werkzaamheden zitten er bijna op. De vermoeidheid laat zich gelden. Sommigen missen hun vertrouwde omgeving en zijn iets minder actief. Toch woonde een grote groep jonge waterparlementariërs de FWL-sessie bij. FWL staat voor Future Water Leaders. Deze sessie had de bedoeling om jongeren in contact te brengen met al wat meer ervaren en minder jonge waterexperten (hydrologen, ingenieurs en projectmanagers) en hen zo te laten kennis maken met hun inzichten en belevenissen. Deze bijeenkomst was mogelijk gemaakt door het International Youth Steering Committee binnen het 7de Wereld Water Forum (WWF). Senior experts lichtten in een eerste sessie hun “waterervaringen” toe en wezen op het belang om in eerste instantie een goede luisteraar (in brede zin) te zijn en naast een productevaluatie ook tijd te steken in procesevaluaties. In de sessie na de pauze kreeg Protos-medewerker Marc Despiegelaere het woord om wat dieper in te gaan op de sustainable development goals (SDG’s) die in september e.k. door de VN in New York zullen goedgekeurd worden en waarbij de “water” als 6de goal een duidelijk aparte plaats krijgt itt. de millenniumdoelen (MDG’s) waar de watertopic eigenlijk een subcategorie was.
 
Na de middag verzamelden de WWJP-jongeren voor hun officiële slotsessie in het HICO convention center (Gyeongju). Het moet gezegd (en daar was het begeleidend team heel tevreden mee) dat er veel pers was er in de zaal, waaronder ook KBS, de nationale Koreaanse TV. De in 2012 in Marseille op het 6de WWF verkozen mannelijke equipe maakte nu officieel plaats voor een nieuw bestuur. Met voorzitter Asma Bachikh (Marokko), Antonelle Vagliente (Argentinië) en Susanne Reitsma (Nederland) neemt voor de komende drie jaar een volledig vrouwelijk trio het heft in handen. Toeval of niet dat vanaf nu jonge erg gemotiveerde vrouwen het voortouw nemen om met frisse ideeën de wateruitdagingen aan te gaan? 

Het vrouwelijk bestuurderstrio wil verder gaan op de ingeslagen weg: samen met deze lichting nog meer werk maken van netwerking; verder uitbouwen en ondersteunen wat jongeren al hebben opgezet is en in nog meer landen jeugd uitnodigen om zich in te zetten voor water en sanitatie. Zij verwezen hierbij naar de Verklaring waaraan de jongeren de voorbije dagen nog samen hebben aan geschaafd. Hierin wordt o.m. -met kennis van zaken overigens-  verwezen naar de uitdagingen die zich stellen binnen de sector (cf. gebrek aan infrastructuur, kindersterfte als gevolg van besmet water, waterschaarste, vervuiling en de gevolgen van de klimaatverandering). De jongeren verklaren zich bereid om er mee voor te zorgen dat nog meer mensen beschikken over gezond water; om het waterbewustzijn te verhogen; om in eigen land allerhande waterprojecten uit te voeren. Het is duidelijk dat ze initiatief en verantwoordelijkheid willen opnemen. Wie nood heeft aan inspiratie, concrete tips, contacten kan de WWJP-toolbox raadplegen. In die digitale werkkoffer steken: een lijst met vragen (template) om een waterbewustmakingsproject zo scherp en zo duidelijk mogelijk uit te schrijven, actiemogelijkheden, door de jongeren zelf gemonteerde en uitnodigende videoclips, toegankelijke websites om hun  ‘waterkennis’ uit te breiden en (niet onbelangrijk) een zeer overzichtelijk schema om de zoektocht naar mogelijke financiële ondersteuning in goede banen te leiden. Tijdens de slotceremonie werden tevens een paar van de hier gemaakte clipjes getoond en met luid handgeklap beloond.   

Verder werden de regionale vertegenwoordigers voorgesteld. Zij legden samen met hun continentale achterban een plechtige verklaring af om zich als volwaardige waterambassadeurs te gedragen en effectief waterengagementen op te nemen. Aan het slot van deze ceremonie werd het begeleidende team bedankt. Met een oorverdovend applaus (en hier en daar een traan) kwam een eind aan het 3de Wereld Water Jongeren Parlement. Volgende afspraak : Brazilië 2018.
(JoVe)
Zicht op de zaal tijdens de FWL-sessie

Ahiafor Yaovi uit Togo; de nieuwe Afrikaanse verantwoordelijke

Protosdelegatie in Geyongju: (vlnr.:) Collins (Oeganda), Johan (België), Hasina (Madagascar) en Armel (Benin) 

vlnr.: Susanne Reitsma (vice-voorzitter), Asma Bachikh (voorzitter) en Antonella Vagliente (vice-voorzitter).

Afsluitende slotsessie van het WWJP

"Ik beloof mij te engageren…" (de Zuid-Amerikaanse delegatie)

Appreciatie over het 7e WereldWaterForum na bezoek burgerforum.

Het 7e WereldWaterForum gaat door in Daegu en Gyeongbuk, 2 steden op ongeveer 70 km van elkaar.  En daarmee maakte de organisatie meteen een cruciale fout.
Het politieke proces en de activiteiten van de civiele maatschappij, alsook de culturele events gingen door in Gyeongbuk, en daar ook nog eens op 2 locaties op 10 minuten busrit afstand.  De thematische enerzijds en wetenschap & techniek processen anderzijds gingen door in Daegu, ook in 2 locaties, weliswaar binnen 2 minuutjes stappen.  Er was bijna geen interactie tussen de verschillende groepen belanghebbenden. Bijna alle sessies werden bijgewoond door de “insiders” van een bepaald proces, met nauwelijks deelnemers van andere groepen. Silo-werking alom.

Als er één zaak is waarmee het WereldWaterForum in het verleden zijn geloofwaardigheid heeft opgebouwd, dan is het net die multi-partijen betrokkenheid en overleg.  Dit is er in Zuid-Korea nauwelijks geweest! 

Het is duidelijk dat het Forum naar Zuid-Korea is gelokt door de sterke industriële water-industrie en in de algemeen sterk bedrijfswereld die er dit land is. Maar dit land is voor velen “te ver” gevonden.  De opkomst was beduidend lager dan 3 jaar geleden in Marseille.  Er waren vooral veel minder deelnemers uit landen in ontwikkeling.
De watersector heeft zich opnieuw weten te profileren, maar silo-werking dreigt zowel extern als intern.  Nu al wordt de sector verweten te weinig rekening te houden dat water een transversaal element is.  En de organisatie creëerde nu ook nog interne silo-werking.
De organisator de “World Water Council” zal zich moeten beraden hoe het verder gaat. Binnen 3 jaar gaat het Forum door in Brazilië: hopelijk alles op 1 locatie!

In Gyeongbuk was vandaag weinig volk, met uitzondering van de jongeren.
Toch willen we met een positieve noten afsluiten.
In een andere bijdrage kunt u lezen dat het WereldWaterParlement, dat doorgaat in Gyeongbuk wel een groot succes is.
Burgerforum: de WAW tentoonstelling van Good Planet

deel van WAW tentoonstelling. Foto's Dieter Telemans bij Protos in Haïti.


woensdag 15 april 2015

Het bereiken van duurzame resultaten door gedecentraliseerde solidaire samenwerking in water en sanitatie: Global Water Solidarity in actie.

Ivan Draganic van de UNDP legde kort het ontstaan en de werking van het Global Water Solidarity (GWS)platform uit: door de leden en, ten dienste van haar leden.

Xavier Sticker, ambassadeur van het milieu van de Franse ontwikkelingssamenwerking lichtte nogmaals de enorme dynamiek toe die uitgaat van de wet Oudin-Santini.  In 10 jaar tijd is ongeveer 200 miljoen € besteed aan internationale samenwerking door gemeenten, regio’s en intercommunales, additioneel aan de officiële centrale ontwikkelingshulp.
Protos schetste kort de situatie in België, waar water een materie is waar de Gewesten bevoegd voor zijn.  Het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling gaf in 10 jaar dank zij 67 projecten waarbij 87 Vlaamse partners bij betrokken waren aan 1.550.000 begunstigden toegang tot drinkwater en/of sanitaire voorzieningen.  Bij deze projecten gaat veel aandacht naar de duurzaamheid (over de tijd) en de overdracht van kennis en expertise.
Manu Cluten van Hydrobru kondigde met fierheid aan dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dit jaar ook zijn solidair systeem voor water lanceert.  De financiering is wettelijk verankerd in een Ordonnantie die 0,5 eurocent per m³ drinkwaterverbruik in Brussel voorziet: zo komt € 300.000 vrij voor internationale samenwerking via een projectoproep eind juni.

De burgemeester van St-Omer  François Decoster gaf toelichting bij hun samenwerking eerst met Lallo in Benin en nu met een gemeente in Kirgizstan.
Ten slotte vatte Marie-Laure Vercamber van Green Cross Internationaal een studie samen over de provincie Zhytomyr in Oekraïne, waar de drinkwaterinfrastructuur zich in erbarmelijke staat bevindt: deze studie werd uitgevoerd in opdracht van GWS.

Domper op de overigens positieve stemming was de geringe opkomst.  Deze sessie ging door van 19u10 tot 20u, en er waren maar 15 dapperen die zolang wilden blijven om naar ons te luisteren.Er zijn trouwens veel minder deelnemers aan dit WereldWaterForum: ik schat 1/3 t.o.v. dan 3 jaar geleden in Marseille. 

Ontwikkelingssamenwerking tussen lokale autoriteiten en GWS-label voor pS-Eau (Frankrijk)


In het Franse paviljoen in de tentoonstellingsruimte ging vandaag een “side event” door met bovenstaande titel.
Ter informatie: sinds 2005 bestaat in Frankrijk de wet Oudin – Santini die drinkwaterintercommunales en waterbekkenagentschappen toelaat van tot 1% van hun omzet te mogen besteden aan gedecentraliseerde ontwikkelingssamenwerking.  Verleden jaar genereerde deze wet ongeveer 23,5 miljoen € (cijfer van 2013) op een totaal potentieel van 35 miljoen.  Dit geld wordt besteed aan samenwerkingen tussen Franse steden en gemeenten en hun homologen in ontwikkelingslanden in het domein van drinkwater en sanitatie (stedenbanden, jumelages, maar ook partnerschappen tussen intercommunales en gemeentelijke regies).  Het gaat gepaard met veel technische ondersteuning van personeel werkend in de Franse watersector aan hun collega’s in de partner-gemeenten of partner-intercommunales.

De panelleden, vertegenwoordigers van de drinkwaterintercommunales en de waterbekkenagentschappen, benadrukten als hun eerste zorg de duurzaamheid over de tijd van de projecten.  Door vallen en opstaan hebben ze geleerd dat technische oplossingen moeten aangepast zijn aan de lokale situatie, en dat grote inspanningen moeten gaan aan het opleiden van de verantwoordelijken in de ontwikkelingslanden in exploitatie en beheer.

Wie neemt eigenaarschap op van het project? “Het moet hun project zijn”, zei de voorzitter van het agentschap van Adour-Garonne.  Met “hun” bedoelt hij, de partner-gemeente of –organisatie in het ontwikkelingsland.
Hun 2e aandachtspunt is het binnen brengen van deugdelijk bestuur in de lokale waterdiensten.  Betaalt water water op een eerlijke manier?  Wie onderhoudt? Wie vertegenwoordigt de bevolking in het bestuur van de dienst? Wordt het geld correct beheerd? Wie controleert?  Wie geeft rekenschap af?

Het panel in actie
 
Interventie van Protos. Momenteel bestaan in verschillende Europese landen solidariteitssystemen rond water en sanitatie door gewesten, arrondissementen, gemeenten of intercommunales.  Maar enkel in Frankrijk en Nederland is dit op een wettelijke basis. Wordt het niet tijd om de wettelijke basis uit te breiden naar andere Europese landen? Wie neemt initiatief?
 
Op het einde van de sessie overhandigde de vertegenwoordiger van de UNDP aan de directeur van de Franse ngo pS-Eau het Global Water Solidarity label uit erkentelijkheid voor de dynamiek die pS-Eau (Programma Solidarité Eau) in Frankrijk brengt rond de gedecentraliseerde samenwerking rond water.   Het label krijg je als je aan 8 criteria voldoet.  pS-Eau ondersteunt de honderden partnerschappen zowel  technisch als methodologisch met tal van brochures gebaseerd op veldonderzoek en met advies/hulp op vraag.  En daarnaast maakt pS-Eau promotie in die regio’s, steden en gemeenten die nog geen samenwerking zijn aangegaan.
 
Pierre-Marie Grondin (links) neemt het label in ontvangst.


dinsdag 14 april 2015

De WWJ-jongeren laten zich niet onbetuigd en roeren zich

Na hun officiële inschrijving op het 7de WWF analyseerden de jongeren op zondag (12 april) en maandag het dikke programmaboek. Ze stipten de sessies aan die ze wilden en konden volgen: het ruime aanbod verdeelde zich immers over twee plaatsen (of convention centers) die op 80 km. of 75 à 85 minuten van elkaar liggen. Waar een viertal koos voor een sessie over de huidige toestand van de ecosystemen, koos een duo voor water en culturele diversiteit. Weer anderen volgden de sessie over de vrouw als veranderingsactor voor een nieuwe watercultuur nog anderen wilden meer weten over groene groei, klimaatveranderingen of over Integraal Waterbeheer. In deze thematische sessies lieten de jongeren zich horen of maakten ze achteraf afspraken met de ervaringsdeskundigen, politici en wetenschappers. 

De uitdagingen samen aanpakken
Er was ook een speciale zitting waarin 3 jaar inbreng van jongeren in de watersector centraal stond. Deze sessie die opgenomen was in het officiële programmaboek kwam er door bemiddeling van het Internationaal Watersecretariaat (ISW), dé drijvende kracht achter  het Wereld Water Jongeren Parlement (WWJP). Roger Lanoue, de voorzitter van het in Canada / Montréal  ISW leidde het debat in goede banen. Het bestond uit een panelgesprek gevolgd door een discussie me inbreng vanuit de zaal. De panelleden die of het Global Water Partnership, het Water Youth Nework, de UNESCO/IHP, de International Water Association, het Wereld Water Jongeren Parlement of de African Ministerial Council of Water vertegenwoordigden, wezen niet alleen op de talrijke acties en evenementen m.b.t. water die jongeren de voorbije 3 jaren op zich hebben genomen. Zij legden ook de nadruk op hun dynamisme, hun toewijding (passion) en hun spontaneïteit om politici en beleidsmedewerkers uit te dagen. Ook  netwerking die ze onder elkaar uitwerkten (facebook voorop) kwam aan de orde. Hieruit blijkt dat ze elkaar informeren, stimuleren en een duidelijk deel van de oplossingen willen zijn.
 
Tijdens de discussie onderstreepten de jongeren dat ze klaar staan en dat ze niet liever willen dat ook de volwassenen zich klaar maken om hun inbreng niet alleen naar waarde te schatten maar ook effectief in te zetten. Er was duidelijk consensus over het feit dat jongeren kansen moeten krijgen om de wereld waarin ze (zullen) leven mee te sturen. Jongeren beschikken over mogelijkheden om bestaand politiek gekibbel in vraag te stellen; bij te sturen en bij te dragen tot een nieuw conceptueel kader waarbij we vlugger out-of-the-box-oplossingen zullen moeten zoeken. Loic Fauchon die in 2012 het 6de Wereld Water Forum voorzat, nodigde de jongeren in een afsluitende toespraak uit om de politici te prikkelen, uit te dagen en hen er toe aan te zetten om nu al samen naar oplossingen te zoeken voor problemen waarmee jongeren (zullen) geconfronteerd worden.

Het WWJP nadert zijn einde
De jongeren volgen niet alleen thematische sessies, maar leggen ook de laatste hand aan een WWJP-Verklaring 2015 die morgen donderdag tijdens hun slotceremonie zal toegelicht worden. Dan ook zal de uitredende equipe o.l.v. voorzitter Bart De Vos de fakkel officieel doorgeven aan het nieuw verkozen bestuur o.l.v. voorzitter Asma Bashicq (Marokko) en de twee vicevoorzitters Antonella Vagliente (Argentinië) en Suzanne Reitsma (Nederland).